Historie


Luchtfoto Steiverte      oude hulsweg 2

Hulsweg 2 (oude benaming: Tungelroy 29)

In de 19e eeuw werd in het gebied reeds bebouwing aangetroffen (zie Grote Historische Atlas Limburg en Grote Historische Provincie Atlas Limburg 1837-1844). Grond was in beheer van familie Briels. De percelen tussen de beek en de Hulsweg waren toen reeds ontgonnen. De ontginning van het Laagbroek en de heide ten zuiden van de beek waren destijds in volle gang. In 1900 werd bebouwing ten noorden van de Hulsweg gekarteerd. In 1904 bouwden het echtpaar Peter Andreas Gielen en Anna Catharina Rutten de boerderij. Zij kwamen vanuit Hunsel (doch oorspronkelijk van Tungelroy) naar de Pelmersheide. Zoon Willem en zijn vrouw Nel namen na hun huwelijk de boerderij, genaamd “op Steijverte”, begin jaren dertig over. De boerderij bleef in handen van de familie Gielen tot het jaar 2007, waarin deze ons (van Diny Houwers en Bruce Baudoin) eigendom werd.

 

kruis

Ingels Kruûs

Op de weg van Swartbroek naar Tungelroy op de splitsing Pelmersheideweg/Hulsweg staat het Ingels Kruûs. Dit kruis is in het begin van de 20ste eeuw door de familie van Geleuken geplaatst. Het veldkruis staat tussen lindebomen die zo gesnoeid zijn, dat zij samen drie wanden en een dak vormen als een soort “levende kapel”. Naar aanleiding van een droevig feit uit de 18e eeuw is dit kruis neergezet. In het dagboek van Jan Moonen, die leefde in Tungelroy op de Kumpenhof, lezen we:

“1794 den 14 maand september zoo zeynder ontrent 300 soldaten van de france gekomen door Stramproy voorders door thungelroy de welcke op eenige plaatse gestoolen hebben. en denzelven daag zoo isser op de pelmershey eene schaapsherder geweest met namen jacobus hoeken, oudt omtrent 30 jaren, daar zijn 3 of 4 soldaten beij hem gekomen die hem wilde neemen om den weg te weijzen. hij wilde niet meede gaan. de soldaten gaan van hem af naar den groten hoop den welcke stont aan de heij om op weert te gaan. doen quamen er weeder 2 of 3 te rug die hem doodt staken”.

 

ellerschans_01

Ellerschans

In het gebied de Krang is de zgn. Ellerschans gelegen. Deze schans, een archeologisch zeer waardevol landschapselement is in 2006/2007 geheel gereconstrueerd. Het ging hierbij om het zichtbaar maken van een eeuwenoude boerenschans die tijdens graafwerkzaamheden bij de herinrichting van de Tungelroyse beek werd ontdekt. De schans kreeg zijn functie in het landschap terug en is tevens in de wandelroute opgenomen. Gedurende de tachtigjarige oorlog (1568-1648) moesten de inwoners van kleine dorpen soms vluchten voor plunderende soldaten. Het waren vaak Spaanse troepen, die hun soldij niet uitbetaald kregen. Als het nodig was verschansten de dorpelingen zich in een klein verdedigingswerk dat bestond uit een terrein van zo’n 1 tot 3 hectare, waar een gracht omheen werd gegraven.

 

Romeinse brug

Ommetje Romeinse Brug

Tijdens graafwerkzaamheden aan de Tungelroyse beek in 2005 werden de restanten blootgelegd van een houten beekbrug uit de Romeinse tijd. Dat inspireerde een groep vrijwilligers om een replica van de brug over de Tungelroyse beek te herbouwen op een andere plek in het beekdal. Naast het herbouwen van de brug stippelde de werkgroep Ommetje Romeinse beekbrug twee ommetjes uit, van 5 en 4 km lang, waarvan de brug een onderdeel vormt. Volgens deskundigen is het de eerste keer in Nederland dat een dergelijke brug uit het begin van onze jaartelling is gevonden. De brug, die in de eerste eeuw na Christus over het smalste deel van de Tungelroyse beek was gebouwd, is, om de resten in de bodem niet te beschadigen, op geringe afstand van de oorspronkelijke plek nagebouwd. Jaarringenonderzoek aan de eikenhouten resten van de oude brug hebben aangetoond dat enkele bomen die gebruikt zijn bij de bouw, in 27 na Christus zijn omgehakt. Ook de vondst van een Keltische munt en enkele mantelspelden zijn tijdens deze werkzaamheden opgegraven.